Astma statistieken
Mensen met astma in 2019
586.000
Nieuwe patiënten in 2019
60.300
Overleden in 2019* aan astma
183
Van alle astma patiënten heeft 3-4% ernstig astma (P.P.W. Hekking et al., 2015).
Verantwoording:
Bron: Nivel zorgregistraties eerstelijn
ICPC-code R96
Definitie: het figuur toont de zorgprevalentie. Dit is het aantal personen met astmaklachten dat hiervoor is behandeld door de huisarts of waarvan bij de huisarts bekend is dat de patiënt zorg heeft ontvangen in de tweede lijn. De jaarprevalentie
wordt hier niet weergegeven,omdat huisartsenregistraties een overschatting geven van het aantal personen met astma. Volgens de algemeen gehanteerde methode waarmee morbiditeit geschat wordt op basis van huisartsenregistraties, is astma een chronische aandoening (als je de ziekte eenmaal hebt, dan blijf je altijd patiënt). Via deze methode wordt de jaarprevalentie geschat op ongeveer 1,8 miljoen personen in 2018. Dit zijn alle personen die bij de huisarts bekend zijn met astma, ongeacht of ze daarvoor in 2018 zijn behandeld. Hierbij worden in principe alle kinderen die als kind astma hebben gehad blijvend als patiënt gezien. Dit is niet altijd terecht. Het is bekend dat de diagnose astma op jonge leeftijd lastig vast te stellen is en bij een deel van deze kinderen blijken de astma-achtige klachten als ze ouder worden geen astma te zijn. Daarnaast kunnen personen die lang geleden voor astma zijn behandeld en daarvoor nu niet meer onder behandeling zijn, niet meer als zodanig in het systeem zitten. (bron: NIVEL).
Bron: Nivel zorgregistraties eerstelijn
ICPC-code R96
Definitie: het aantal nieuwe gevallen per jaar.
Bron: CBS doodsoorzakenstatistiek
ICD-10 codes J45-J46
Definitie: sterfgevallen met astma als onderliggende doodsoorzaak. Er zijn (nog) geen recente cijfers over astma als secundaire doodsoorzaak beschikbaar wegens het gebruik van een nieuw softwarepakket met automatische codering sinds 2013 door het CBS.
Bron: Kosten van Ziekten 2015
ICD-10 codes J45-J46
Definitie: de zorgkosten in Nederland betreffen de directe medische kosten voor de preventie, behandeling of verzorging van zieken. Dit zijn alle medische zorguitgaven, zowel via de VWS begroting collectief gefinancierde zorg (met name basisverzekering, WLZ en preventieprogramma’s) als de privaat gefinancierde (aanvullende verzekeringen, eigen betalingen), maar ook uitgaven door andere overheden, burgers en bedrijven. Niet opgenomen zijn kosten van mantelzorg en indirecte zorgkosten, bijvoorbeeld door ziekteverzuim. Ook zijn alleen die kosten die in een gegeven peiljaar gemaakt zijn voor de behandeling van een ziekte opgenomen.
De cijfers in bovenstaand figuur zijn gebaseerd op de Zorgrekeningen van het CBS. In dit maatschappelijke perspectief worden de kosten van zorg en welzijn zeer breed opgevat: gezondheidszorg omvat zowel collectieve als eigen betalingen en omvat de kosten van bijvoorbeeld alternatieve gezondheidszorg.